Uit onderzoek van het Leger des Heils blijkt dat ongedocumenteerde slachtoffers van mensenhandel nauwelijks een nieuw leven kunnen opbouwen. Ze blijven kwetsbaar en in uitbuitingsituaties terechtkomen, ook nadat ze uit de directe handen van hun handelaren zijn ontsnapt.
Celine van den Berg coördineert het project ‘Recht in Zicht’. Een project van het Leger des Heils dat juridische hulp biedt aan slachtoffers mensenhandel. Het inloophuis van waaruit ze werken, is gevestigd midden op De Wallen. Vanuit de praktijkervaring viel het Celine op dat de groep Nigeriaanse en Ghanese vrouwen oververtegenwoordigd is in hun caseload. Een zeer kwetsbare groep, omdat ze moeilijk vindbaar zijn voor de politie.
“De slachtoffers zitten vast in privéhuizen en garageboxen, en als ze eindelijk de weg naar de politie of een instantie hebben gevonden, is het lastig om hen te helpen”, aldus Celine.
Perspectief op beter leven ontbreekt
Om een beter beeld te krijgen van deze vorm van mensenhandel, heeft Recht in Zicht een onderzoek uitgevoerd. Doel van het onderzoek was om duidelijk te maken hoe slachtoffers van uitbuiting en mensenhandel hun leven weer proberen op te bouwen nadat ze uit de direct omgeving van hun handelaar zijn ontsnapt. Uit het onderzoeksrapport ‘Finding a Way Out’, dat in het najaar van 2018 gepubliceerd is, blijkt dat de vrouwen erg kwetsbaar zijn en in uitbuitingssituaties terecht blijven komen. Ook nadat ze uit de directe handen van hun handelaren zijn ontsnapt. Celine: “Het gaat hier om vrouwen die geen ander netwerk kennen dan een netwerk waarin uitbuiting normaal is. Ze gaan van kwetsbaarheid naar kwetsbaarheid en perspectief op een beter leven ontbreekt.”
“Deze vorm van criminaliteit bevindt zich buiten ons blikveld.”
———————
Voodoo
Voodoo is één van de belangrijkste oorzaken waardoor het moeilijk is om deze slachtoffers te helpen. “Vrouwen zijn bang dat hun familie iets ergs overkomt als ze hun zogenoemde voodoo-contract verbreken. Handelaren maken hier misbruik van. In Nederland hebben we nog niet voldoende kennis over de enorme macht die voodoo kan uitoefenen over slachtoffers.”
Een bijkomend probleem is dat in het Nederlanse asielsysteem het opsporen van de dader meer centraal staat, dan de bescherming van de slachtoffers. Voor ongedocumenteeerde slachtoffers hangt hun verblijfsvergunning af van het strafrechtelijke onderzoek tegen de mensenhandelaar; als die handelaar niet wordt gevonden en veroordeeld, wordt hun verblijfsrecht ingetrokken. “We zien dat de onderzoekscapaciteit van de politie beperkt is en dat er specialistische kennis ontbreekt”, aldus Celine. Deze vorm van criminaliteit bevindt zich buiten ons blikveld. Er zijn geen grote gewelddadige acties door de criminele netwerken, die maatschappelijke aandacht trekken; er gaat echter wel miljoenen euro’s in deze vorm van mensenhandel om. De politie zou veel meer menskracht moeten inzetten op het opsporen van deze groep criminelen, met meer begrip van de culturele dimensies.”
Inloop van start in de Bijlmer
Het onderzoeksrapport heeft veel gevolgen gehad. Zo is er een uitzending ‘Voodoo-maffia’ van Brandpunt+ verschenen en zijn er vanuit de ChristenUnie en het CDA Kamervragen gesteld.
Omdat het probleem van West-Afrikaanse mensenhandel vooral afspeelt in de Amsterdamse Bijlmer, is Recht in Zicht ook een inloop begonnen in Zuidoost.
Celine: “We willen een laagdrempelige inloop zijn voor deze doelgroep en een verbindende rol spelen in de opsporing van daders, door verschillende partijen met elkaar om tafel te brengen. Ook gaan we voorlichting geven in de West-afrikaanse gemeenschap, denk aan kerken, buurtcentra, gezondheidscentra, toko’s, om aandacht te vragen voor dit probleem.”
1. Wanneer slachtoffers vrij zijn gekomen uit de directe omgeving van de mensenhandelaar, hebben ze geen nieuw netwerk die hen kan helpen. Vrij snel worden ze opnieuw gevonden door handlangers van hun handelaar en blijven ze zich alsnog prostitueren en worden ze opnieuw uitgebuit.
2. Veel slachtoffers hebben tijdens de periode van mensenhandel in de Amsterdamse Bijlmer gewoond. Ze zijn daar uitgebuit in privehuizen, garageboxen en flats. Nadat ze weg zijn bij de mensenhandelaar verblijven ze vaak opnieuw in de Bijlmer, omdat daar anderen met dezelfde culturele achtergrond wonen. Mensen komen elkaar tegen in de kerk, in toko’s, bij hulpverleningsorganisaties. Ze blijven dus voortdurend in hetzelfde netwerk hangen. Omdat toegang tot andere netwerken moeilijk is.
3. De aangiftebereidheid onder deze specifieke groep slachtoffers is erg laag. De vloek van de voodoo speelt daarbij een belangrijke rol. Maar ook de relatie met het netwerk dat hen enerzijds helpt, maar ook kwetsbaar maakt voor nieuwe uitbuiting wordt hiermee op het spel worden gezet. Tegelijkertijd zien we dat de onderzoekscapaciteit van de politie te beperkt is en er specialistische kennis ontbreekt. Aangifte doen levert nauwelijks resultaat op.
Uw naam
Uw e-mail adres
Naam ontvanger
E-mail adres ontvanger
Uw bericht