9. Interview

————————

24-uurs opvang

‘Je komt makkelijker aan drugs
dan aan een pak melk’

Mensen die gebukt gaan onder verslavingen en psychiatrische problematieken op het rechte pad krijgen. Dat is de uitdaging waar Richard Leijendekkers, persoonlijk begeleider bij onze locatie Westburgh, iedere werkdag voor staat. 

“Mensen zijn bang om af te kicken.”

———–

Voor een persoonlijk begeleider is geen dag hetzelfde. Richards werkzaamheden variëren van het bellen met artsen en het regelen van een bankpas, tot aan een persoonlijk gesprek met een bewoner. Voordat Richard bij Westburgh aan de slag ging, heeft hij zeventien jaar in de gevangenis gewerkt. Hij was toe aan iets nieuws en dacht dat hij dit werk makkelijk aan zou kunnen. “Ik dacht dat ik alles al voorbij had zien komen,” lacht hij. “Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik het onderschat heb.”

‘Boosheid zit vaak in onmacht’

De zwaarte van het werk zit volgens Richard in meerdere factoren. “Er wonen hier mensen die bijna niet geschikt zijn om in een groep te wonen. Waar je in de gevangenis een berg personeel hebt om dezelfde persoon te behandelen, begeleid je hier meerdere mensen tegelijkertijd. Daarbij komt dat je alleen je stem hebt om de boel in goede banen te leiden. Dat is best een uitdaging. We hebben hier mensen met een paranoïde stoornis; die gaan al uit hun dak als de kleur van hun pilletje is veranderd. Hier moet je mee om kunnen gaan. Je moet snappen dat die boosheid ook vaak in een stuk onmacht zit.”

Een andere factor die het werk zwaar maakt, is de verslaving van de bewoners. Het verbaast Richard hoe makkelijk hier aan te komen is. “Wanneer mensen drugs gaan halen, zijn ze binnen tien minuten weer terug. Ik zeg weleens: ‘je komt makkelijker aan drugs dan aan een pak melk’. Er zijn mensen die ongelofelijk veel geld verdienen over de rug van onze daklozen. Dat voelt weleens als vechten tegen de bierkaai. Je ziet dat drugs zoveel kapot maakt. Mensen gaan hier echt dood aan.”

Verborgen dankbaarheid

In persoonlijke gesprekken probeert Richard de bewoners te motiveren om het roer om te gooien. “Mensen zijn bang om af te kicken. Het is heel moeilijk om bepaalde gewoontes te doorbreken. Daarom probeer ik hen steeds te confronteren met hun gedrag. ‘Waar ben je mee bezig?’, zeg ik dan. ‘Hoe zie jij je toekomst? Zit je over twintig jaar nog steeds hier?’. Soms lukt het om iemand te overtuigen. We hebben een oud-bewoner die regelmatig met ons belt om te vertellen dat het goed met hem gaat. Ik ken hem nog vanuit de periode dat ik in de gevangenis werkte. Hij heeft nu een eigen woning, een vriendin en is heel gemotiveerd om iets van zijn leven te maken. Zulke succesverhalen, daar doe je het voor.”

Voor een persoonlijk begeleider is geen dag hetzelfde. Richards werkzaamheden variëren van het bellen met artsen en het regelen van een bankpas, tot aan een persoonlijk gesprek met een bewoner. Voordat Richard bij Westburgh aan de slag ging, heeft hij zeventien jaar in de gevangenis gewerkt. Hij was toe aan iets nieuws en dacht dat hij dit werk makkelijk aan zou kunnen. “Ik dacht dat ik alles al voorbij had zien komen,” lacht hij. “Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik het onderschat heb.”

‘Boosheid zit vaak in onmacht’

De zwaarte van het werk zit volgens Richard in meerdere factoren. “Er wonen hier mensen die bijna niet geschikt zijn om in een groep te wonen. Waar je in de gevangenis een berg personeel hebt om dezelfde persoon te behandelen, begeleid je hier meerdere mensen tegelijkertijd. Daarbij komt dat je alleen je stem hebt om de boel in goede banen te leiden. Dat is best een uitdaging. We hebben hier mensen met een paranoïde stoornis; die gaan al uit hun dak als de kleur van hun pilletje is veranderd. Hier moet je mee om kunnen gaan. Je moet snappen dat die boosheid ook vaak in een stuk onmacht zit.”

Een andere factor die het werk zwaar maakt, is de verslaving van de bewoners. Het verbaast Richard hoe makkelijk hier aan te komen is. “Wanneer mensen drugs gaan halen, zijn ze binnen tien minuten weer terug. Ik zeg weleens: ‘je komt makkelijker aan drugs dan aan een pak melk’. Er zijn mensen die ongelofelijk veel geld verdienen over de rug van onze daklozen. Dat voelt weleens als vechten tegen de bierkaai. Je ziet dat drugs zoveel kapot maakt. Mensen gaan hier echt dood aan.”

Verborgen dankbaarheid

In persoonlijke gesprekken probeert Richard de bewoners te motiveren om het roer om te gooien. “Mensen zijn bang om af te kicken. Het is heel moeilijk om bepaalde gewoontes te doorbreken. Daarom probeer ik hen steeds te confronteren met hun gedrag. ‘Waar ben je mee bezig?’, zeg ik dan. ‘Hoe zie jij je toekomst? Zit je over twintig jaar nog steeds hier?’. Soms lukt het om iemand te overtuigen. We hebben een oud-bewoner die regelmatig met ons belt om te vertellen dat het goed met hem gaat. Ik ken hem nog vanuit de periode dat ik in de gevangenis werkte. Hij heeft nu een eigen woning, een vriendin en is heel gemotiveerd om iets van zijn leven te maken. Zulke succesverhalen, daar doe je het voor.”

“Mensen zijn bang om af te kicken.”

———–

Video: Marcelle Ohm

Alhoewel het gedrag van de bewoners best pittig is, ziet Richard tegelijkertijd ook veel verborgen dankbaarheid. “Als er wat gebeurt zie je hoe belangrijk je voor een bewoner bent. Een bewoner op leeftijd zei tegen me: ‘je bent de eerste persoon die zo naar me omkijkt’. Dan denk ik: ‘dat kan toch niet?’ Ook zie je soms in kleine opmerkingen dat ze je vertrouwen. Bijvoorbeeld: ‘Fijn dat jij slaapdienst hebt. Dan voel ik me veilig’.”

Perspectief bieden

Het bieden van perspectief aan mensen, is een van de belangrijkste elementen van Richards werk. Als het verantwoord is, moeten mensen doorstromen naar een andere afdeling of een eigen woning. “Hier zitten ze in een omgeving waar verslaving de boventoon voert”, vertelt Richard.

“Als iemand afgekickt is liggen de verleidingen overal op de loer. Het is echt wel een ding dat de woningmarkt nu zo op slot zit. Als iemand toe is aan een volgende stap en hij moet meer dan een half jaar wachten, dan is de kans op terugval heel reëel. Soms denk je weleens: waar doe ik het voor?”

Tegelijkertijd geniet Richard nog steeds van zijn werk en de band die hij heeft de bewoners. Soms deelt hij iets van zijn persoonlijke drijfveren met hen. “Als mensen het echt niet meer zien zitten, vraag ik weleens of ze gelovig zijn. ‘Probeer daar dan kracht uit te halen’, zeg ik dan. ‘Ik zeg altijd: ‘zonder geloof geen hoop, en zonder hoop geen geloof’.”

Video
Share
Aanmelden

Meld aan

E-card

Uw naam

Uw e-mail adres

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

1