“Een leven gewijd

aan dienstverlening”

Hans Quaak, ambulant ondersteuner, OR-lid en COR-lid, heeft bijna 37 jaar van zijn leven gewijd aan zijn werk bij Leger des Heils Amsterdam. Hij was niet alleen getuige van, maar ook betrokken bij de opkomst van ambulant werk binnen de organisatie.

Lees verder

“Een leven gewijd

aan dienstverlening”

Hans Quaak, ambulant ondersteuner, OR-lid en COR-lid, heeft bijna 37 jaar van zijn leven gewijd aan zijn werk bij Leger des Heils Amsterdam. Hij was niet alleen getuige van, maar ook betrokken bij de opkomst van ambulant werk binnen de organisatie.

Lees verder

In 1987 begon hij zijn reis bij Thuiszorg Oudezijds Armsteeg, op de zolder van het gebouw waar nu het Majoor Bosshardthuis gevestigd is.

Terugkijkend herinnert hij zich levendig hoe het er toen aan toeging: “Ronald zat beneden aan de balie, daarachter de Technische dienst en de administratie, terwijl boven de Thuiszorg en het Maatschappelijk Werk gevestigd waren. Echt een kantoortuin avant la lettre. Het was zeker niet ongebruikelijk om als hulpverlener in te springen bij de planning. De lijnen waren kort en je kon als het nodig was rechtstreeks naar directeur Van der Harst lopen, die op de bovenverdieping kantoor hield. Majoor Bosshardt liet hier ook regelmatig haar gezicht zien.”

Driedelig pak
De fusie in 1999 bracht een samensmelting van verschillende centra met zich mee, waaronder het Goodwill Centrum en het Maatschappelijk Centrum Zeeburg en Jeugdhuis Middelveld. Quaak herinnert zich een deelnemer, een boekhouder die altijd in een driedelig pak liep, als één van de markante figuren uit die tijd. “Destijds was het werk divers, met complexe gevallen waarbij gespecialiseerde gezinsverzorgers werden ingezet. In de loop der jaren is het werkveld geëvolueerd. Vroeger deden we alles zelf, er was nog geen bijzondere schoonmaak. Een andere situatie die me is bijgebleven, was die van een man die met dertig honden en drie katten in een stacaravan woonde, terwijl zijn vrouw dementerend was. Henk Plenter van de GGD vroeg ons om hierbij te helpen. Ons team kaartte voor deze klus bij de toenmalige leiding van de Thuiszorg beschermende kleding aan maar dat was toen nog te veel gevraagd… Het was een enorm karwei, het was daar zo vervuild, we hebben met z’n allen staan scheppen! Nu is de doelgroep verschoven naar meer psychische en verslaving gerelateerde problematiek.”

Verschuiving
Als onderdeel van de Thuiszorg was er een hecht team van vier, vijf mensen, waar Quaak lange tijd de benjamin van was. “In de jaren rond 2000, onder leiding van Hans Boltjes en Ruud Mans, maakte de thuiszorg een enorme groei door. Teams werden opgesplitst en later werden gebiedsteams gevormd, in samenwerking met buurtteams. Het werk verschoof geleidelijk richting ambulante ondersteuning en preventieve zorg, gericht op het voorkomen van dakloosheid.”

Het doel? Mensen helpen die buiten de boot dreigen te vallen.

 

Quaak benadrukt dat hoewel de organisatie is gegroeid en het werk complexer is geworden, het doel altijd hetzelfde is gebleven: mensen helpen die buiten de boot dreigen te vallen. “Wat ik wel mis ten opzichte van de begintijd is dat het persoonlijke contact met collega’s en deelnemers minder vanzelfsprekend is geworden en dat er nu actief aan verbinding moet worden gewerkt.”

Toewijding aan herstel
Als lid van de ondernemingsraad (OR) heeft Quaak zich jarenlang ingezet voor een open en transparante cultuur binnen de organisatie, waarin medewerkers met plezier kunnen werken en hun passie kunnen volgen. Zijn toewijding aan herstel strekt zich zelfs uit tot zijn persoonlijke leven, waar hij zich momenteel bezighoudt met het restaureren van een historisch pand om het in oorspronkelijke staat terug te brengen.”

In 1987 begon hij zijn reis bij Thuiszorg Oudezijds Armsteeg, op de zolder van het gebouw waar nu het Majoor Bosshardthuis gevestigd is.

Terugkijkend herinnert hij zich levendig hoe het er toen aan toeging: “Ronald zat beneden aan de balie, daarachter de Technische dienst en de administratie, terwijl boven de Thuiszorg en het Maatschappelijk Werk gevestigd waren. Echt een kantoortuin avant la lettre. Het was zeker niet ongebruikelijk om als hulpverlener in te springen bij de planning. De lijnen waren kort en je kon als het nodig was rechtstreeks naar directeur Van der Harst lopen, die op de bovenverdieping kantoor hield. Majoor Bosshardt liet hier ook regelmatig haar gezicht zien.”

Driedelig pak
De fusie in 1999 bracht een samensmelting van verschillende centra met zich mee, waaronder het Goodwill Centrum en het Maatschappelijk Centrum Zeeburg en Jeugdhuis Middelveld. Quaak herinnert zich een deelnemer, een boekhouder die altijd in een driedelig pak liep, als één van de markante figuren uit die tijd. “Destijds was het werk divers, met complexe gevallen waarbij gespecialiseerde gezinsverzorgers werden ingezet. In de loop der jaren is het werkveld geëvolueerd. Vroeger deden we alles zelf, er was nog geen bijzondere schoonmaak. Een andere situatie die me is bijgebleven, was die van een man die met dertig honden en drie katten in een stacaravan woonde, terwijl zijn vrouw dementerend was. Henk Plenter van de GGD vroeg ons om hierbij te helpen. Ons team kaartte voor deze klus bij de toenmalige leiding van de Thuiszorg beschermende kleding aan maar dat was toen nog te veel gevraagd… Het was een enorm karwei, het was daar zo vervuild, we hebben met z’n allen staan scheppen! Nu is de doelgroep verschoven naar meer psychische en verslaving gerelateerde problematiek.”

Verschuiving
Als onderdeel van de Thuiszorg was er een hecht team van vier, vijf mensen, waar Quaak lange tijd de benjamin van was. “In de jaren rond 2000, onder leiding van Hans Boltjes en Ruud Mans, maakte de thuiszorg een enorme groei door. Teams werden opgesplitst en later werden gebiedsteams gevormd, in samenwerking met buurtteams. Het werk verschoof geleidelijk richting ambulante ondersteuning en preventieve zorg, gericht op het voorkomen van dakloosheid.”

Het doel? Mensen helpen die buiten de boot dreigen te vallen.

 

Quaak benadrukt dat hoewel de organisatie is gegroeid en het werk complexer is geworden, het doel altijd hetzelfde is gebleven: mensen helpen die buiten de boot dreigen te vallen. “Wat ik wel mis ten opzichte van de begintijd is dat het persoonlijke contact met collega’s en deelnemers minder vanzelfsprekend is geworden en dat er nu actief aan verbinding moet worden gewerkt.”

Toewijding aan herstel
Als lid van de ondernemingsraad (OR) heeft Quaak zich jarenlang ingezet voor een open en transparante cultuur binnen de organisatie, waarin medewerkers met plezier kunnen werken en hun passie kunnen volgen. Zijn toewijding aan herstel strekt zich zelfs uit tot zijn persoonlijke leven, waar hij zich momenteel bezighoudt met het restaureren van een historisch pand om het in oorspronkelijke staat terug te brengen.”

Ambulante ondersteuning is er ook voor Gerda.

Gerda heeft “een vol huis” – zo noemen zijzelf en haar ambulant ondersteuner Marieke het. Anderen noemen het hoarding, verzamelwoede of verzameldwang. Nu, met de steun van het Leger des Heils en haar ondersteuner Marieke, ruimt ze op en bouwt ze haar leven weer op. Ze zijn begonnen met gangpaden maken tussen alle spullen door.

Gerda ruimt haar huis én haar hoofd op  

“Verzamelen was voor mij een manier om te hopen op een mooie toekomst”, vertelt de Amsterdamse. “Vroeger gunde ik dat mezelf niet, nu koop ik mooie spulletjes voor m’n huis. Ik leerde dat ik er mocht zijn en dat ging ik meteen uitvoeren door mooie dingen voor mezelf te kopen.” Haar stem breekt. “Ja, sorry hoor…” De tranen lopen over haar wangen. “Daarvoor sloot ik me op.”

Leven in een film
Gerda vertelt over corona, hoe eenzaam die tijd was. “Ik heb geen familie. En dat vind ik eigenlijk niet erg, maar met kerst was dat wel moeilijk. Vroeger zette ik dan een dvd op, ik had er iets van tweeduizend. Dan kon ik helemaal leven in die film.” Inmiddels heeft Gerda haar dvd’s weggedaan en kijkt ze via Videoland of Netflix. “In het begin voelde ik nog wel het gemis van de dvd’s”, blikt ze terug, “maar later dacht ik alleen maar: oh, ik heb weer ruimte in m’n huis!”

Ik heb altijd vrijwilligerswerk gedaan. Dat was mijn manier om deel te nemen aan de maatschappij.

 

Een vol hoofd
“Gerda is een gestructureerd mens”, vertelt Marieke. “Maar lange tijd had ze geen ruimte om haar plannen uit te voeren. Die ruimte werd ingenomen door trauma’s van vroeger die weer opgerakeld werden door een incident tijdens een reis naar Kenia in 2018.” Het was het begin van een donkere periode in haar leven. Tot die tijd functioneerde Gerda in haar eigen woorden ‘perfect’. “Ik ben afgekeurd voor betaald werk, maar ik heb altijd vrijwilligerswerk gedaan. Dat was mijn manier om deel te nemen aan de maatschappij. Ik heb altijd gestreden en ik heb ook mooie jaren gehad, waarin ik genoot.”

Wakker schrikken
Maar in zware periodes is het voor Gerda moeilijk om niet naar de fles te grijpen. Eerder in haar leven zat ze in therapie voor een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. “Er leefden zestien personen in mijn hoofd. Ik heb jaren therapie gehad om er weer een geheel van te maken, één Gerda. En dat is gelukt, maar ik had niet door dat de pijn eronder, het trauma, er nog zat.” Naar aanleiding van het incident in Kenia ging Gerda weer in therapie, deze keer om haar trauma’s te verwerken. Kort na de start van haar behandeling ging vanwege corona alle hulpverlening online. “Toen heb ik me echt opgesloten gevoeld”, vertelt Gerda. Een paar jaar later, tijdens een intensieve behandelweek voor haar posttraumatische stressstoornis (PTSS), besloot ze: na deze week heb ik wel een drankje verdiend. “Na een tijdje ging er iedere 24 uur een liter jenever doorheen, soms anderhalve liter”. Ze gleed op een dag uit en viel lelijk op haar arm. “Toen schrok ik wakker: zo kan het niet langer. Ik moest geopereerd worden aan mijn arm en voor een narcose moet je nuchter zijn. Dus ik moest detoxen. Dat heb ik thuis gedaan, onder begeleiding van Jellinek [een grote instelling voor verslavingszorg, red].”

Gerda ruimt haar huis én haar hoofd op  

“Verzamelen was voor mij een manier om te hopen op een mooie toekomst”, vertelt de Amsterdamse. “Vroeger gunde ik dat mezelf niet, nu koop ik mooie spulletjes voor m’n huis. Ik leerde dat ik er mocht zijn en dat ging ik meteen uitvoeren door mooie dingen voor mezelf te kopen.” Haar stem breekt. “Ja, sorry hoor…” De tranen lopen over haar wangen. “Daarvoor sloot ik me op.”

Leven in een film
Gerda vertelt over corona, hoe eenzaam die tijd was. “Ik heb geen familie. En dat vind ik eigenlijk niet erg, maar met kerst was dat wel moeilijk. Vroeger zette ik dan een dvd op, ik had er iets van tweeduizend. Dan kon ik helemaal leven in die film.” Inmiddels heeft Gerda haar dvd’s weggedaan en kijkt ze via Videoland of Netflix. “In het begin voelde ik nog wel het gemis van de dvd’s”, blikt ze terug, “maar later dacht ik alleen maar: oh, ik heb weer ruimte in m’n huis!”

Ik heb altijd vrijwilligerswerk gedaan. Dat was mijn manier om deel te nemen aan de maatschappij.

 

Een vol hoofd
“Gerda is een gestructureerd mens”, vertelt Marieke. “Maar lange tijd had ze geen ruimte om haar plannen uit te voeren. Die ruimte werd ingenomen door trauma’s van vroeger die weer opgerakeld werden door een incident tijdens een reis naar Kenia in 2018.” Het was het begin van een donkere periode in haar leven. Tot die tijd functioneerde Gerda in haar eigen woorden ‘perfect’. “Ik ben afgekeurd voor betaald werk, maar ik heb altijd vrijwilligerswerk gedaan. Dat was mijn manier om deel te nemen aan de maatschappij. Ik heb altijd gestreden en ik heb ook mooie jaren gehad, waarin ik genoot.”

Wakker schrikken
Maar in zware periodes is het voor Gerda moeilijk om niet naar de fles te grijpen. Eerder in haar leven zat ze in therapie voor een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. “Er leefden zestien personen in mijn hoofd. Ik heb jaren therapie gehad om er weer een geheel van te maken, één Gerda. En dat is gelukt, maar ik had niet door dat de pijn eronder, het trauma, er nog zat.” Naar aanleiding van het incident in Kenia ging Gerda weer in therapie, deze keer om haar trauma’s te verwerken. Kort na de start van haar behandeling ging vanwege corona alle hulpverlening online. “Toen heb ik me echt opgesloten gevoeld”, vertelt Gerda. Een paar jaar later, tijdens een intensieve behandelweek voor haar posttraumatische stressstoornis (PTSS), besloot ze: na deze week heb ik wel een drankje verdiend. “Na een tijdje ging er iedere 24 uur een liter jenever doorheen, soms anderhalve liter”. Ze gleed op een dag uit en viel lelijk op haar arm. “Toen schrok ik wakker: zo kan het niet langer. Ik moest geopereerd worden aan mijn arm en voor een narcose moet je nuchter zijn. Dus ik moest detoxen. Dat heb ik thuis gedaan, onder begeleiding van Jellinek [een grote instelling voor verslavingszorg, red].”

Georganiseerd
“Na de detox en de operatie zijn Marieke en ik begonnen met opruimen. Ik gooi niet graag dingen weg. Ik gééf ze wel graag weg! Mijn buurman belt mij wel eens, voordat hij naar de supermarkt gaat, of ik nog iets heb liggen. Van de week zocht hij een schuursponsje en dat had ik nog! Daar word ik dan blij van.” De laatste paar weken gaat het echt hard. Er is een gangpad naar de tuindeur. Haar slaapkamer is netjes, er is genoeg ruimte zodat je om het bed heen kunt lopen. De badkamer is aangepakt, die is nu helemaal zoals Gerda het voor zich zag. “Dat vind ik zo knap aan Gerda”, zegt Marieke. Gerda lacht een beetje en kijkt opzij. “Ja, ik meen het!”, zegt Marieke. “Ook in de tijd dat het hier nog heel vol was, kon ik aan alles in huis zien wat het plan was. Want Gerda is supergeorganiseerd en gestructureerd. Alleen zat er steeds een soort muur van de PTSS en de alcohol voor.

Verjaardag
“Ik ben mijn gewone leven weer aan het oppakken en geniet er steeds meer van. Ik probeer elke zondag naar de kerk te gaan bij het Leger des Heils. Ook ga ik naar de vrouwenmaaltijd, daar zie ik de vaste gezichten. Mijn deadline voor het opruimen is mijn verjaardag, over een week of zes. Die wil ik vieren met mijn vrienden en wat mensen van de organisaties, van de ggz en van het Leger enzo. Daarna gaan we weer verder.” Gerda glundert naar Marieke. “Het bureautje bouwen.”

Georganiseerd
“Na de detox en de operatie zijn Marieke en ik begonnen met opruimen. Ik gooi niet graag dingen weg. Ik gééf ze wel graag weg! Mijn buurman belt mij wel eens, voordat hij naar de supermarkt gaat, of ik nog iets heb liggen. Van de week zocht hij een schuursponsje en dat had ik nog! Daar word ik dan blij van.” De laatste paar weken gaat het echt hard. Er is een gangpad naar de tuindeur. Haar slaapkamer is netjes, er is genoeg ruimte zodat je om het bed heen kunt lopen. De badkamer is aangepakt, die is nu helemaal zoals Gerda het voor zich zag. “Dat vind ik zo knap aan Gerda”, zegt Marieke. Gerda lacht een beetje en kijkt opzij. “Ja, ik meen het!”, zegt Marieke. “Ook in de tijd dat het hier nog heel vol was, kon ik aan alles in huis zien wat het plan was. Want Gerda is supergeorganiseerd en gestructureerd. Alleen zat er steeds een soort muur van de PTSS en de alcohol voor.

Verjaardag
“Ik ben mijn gewone leven weer aan het oppakken en geniet er steeds meer van. Ik probeer elke zondag naar de kerk te gaan bij het Leger des Heils. Ook ga ik naar de vrouwenmaaltijd, daar zie ik de vaste gezichten. Mijn deadline voor het opruimen is mijn verjaardag, over een week of zes. Die wil ik vieren met mijn vrienden en wat mensen van de organisaties, van de ggz en van het Leger enzo. Daarna gaan we weer verder.” Gerda glundert naar Marieke. “Het bureautje bouwen.”

Video
Share
Aanmelden

Meld aan

E-card

Uw naam

Uw e-mail adres

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

1